Het kinderdagverblijf is een speciale omgeving. Het vergt een specifieke pedagogische visie om jonge kinderen binnen een groep te begeleiden en tot hun recht te laten komen. Emmi Pikler, een kinderarts van Hongaarse afkomst, geeft hiervoor praktische en concrete aanwijzingen. Zij gaat uit van twee principes.
Twee principes
- Respect voor de behoefte aan een persoonlijke band
- Respect voor de zelfstandige activiteiten van het kind
Een kind kan zich vrij ontwikkelen en zelfstandig spelen, als het zich veilig en geliefd voelt. Bij jonge kinderen creëren we die veiligheid door intensief en bewust contact te hebben op de momenten, dat we ze voeden en verschonen. We noemen het kind bij de naam en kondigen aan wat we gaan doen. Door aandachtig te communiceren ontstaat er al vroeg een dialoog.
Jottum zorgt voor balans tussen rust en activiteit. In de periode van wakker zijn, heeft het kind intensief contact met de Pedagogische Medewerker (PM-er) die hem of haar verzorgt. Vervolgens is er tijd om zelf actief bezig te zijn.
Respectvolle verzorging
De dagelijkse verzorging – eten, wassen, verschonen en aankleden – is een belangrijke bezigheid. Het is het moment om werkelijk samen te zijn en elkaar te leren kennen. Als de volwassene de tijd neemt om zich aan het tempo van het kind aan te passen, krijgt het kind de kans zich op de handelingen in te stellen en mee te doen aan het samenspel. Daardoor ervaart het, zo jong als het is, dat het invloed kan uitoefenen op situaties waar hij of zij deel aan heeft. Dat vertrouwen vormt de basis voor zijn eerste sociale contacten.
Bij Jottum is de PM-er in de buurt, maar beperkt zich tot oogcontact of bevestigende woorden. Dat helpt het kind uit te groeien tot een evenwichtig, opgewekt en zelfverzekerd mens.
Vrije bewegingsruimte
Tijdens het vrije spel beschikken kinderen over een ruimte die aangepast is aan zowel hun behoefte aan veiligheid als hun behoefte om te ontdekken. Er is speelmateriaal dat aansluit bij hun leeftijd en belangstelling. Kinderen hebben de mogelijkheid hun eigen interesse en behoefte te volgen, zonder dat een groepsleiding ingrijpt door hen aan te moedigen of een andere activiteit voor te stellen.